top of page

Oorlogstaal in de politiek

Deze opinie verscheen op deredactie.be

Driftig taalgebruik overspoelt vandaag het politieke landschap. Oneliners doen het niet alleen goed in de media, maar ook de kiezer bedient zich er gretig van om ongenuanceerd en zonder omzien met zowat alles en iedereen de vloer aan te vegen. Een tendens die onze levenskwaliteit er allerminst op vooruit doet gaan.

Harder en ruwer

Het lijkt erop dat het taalgebruik in Vlaanderen steeds harder en ruwer wordt. Sla de media er maar eens op na: agressieve uitlatingen zijn eerder regel dan uitzondering. De woordenschat van heel wat politici beperkt zich momenteel tot militair jargon en het aantal kwetsende opmerkingen stijgt zienderogen. Woorden als ‘kamikazecoalitie’ en ‘horrorscenario’ beheersen de binnenlandse politiek. Natuurlijk klinkt politiek taalgebruik altijd wel enigszins martiaal – het hoort er zelfs bij – maar nu lijkt het hek van de dam. Het is het soort communicatie dat tekenend is voor een discours dat zich al een tijdje ongestoord in de media heeft weten te nestelen zonder dat men er nog van opkijkt.

Dat we onverschillig zijn voor dat vervuild taalgebruik, is zorgwekkend. Het lijkt alsof we onze schouders ophalen bij de vijandige sfeer die gecreëerd wordt. Ze schept nochtans een klimaat waarin de taal vooral moet dienen om te kwetsen of een zondebok te beschimpen. En dat terwijl de echte problemen waar mensen mee te kampen hebben geen ruimte krijgen om verwoord te worden. Alsof er geen taal is voor de essentie. De werkelijke bekommernissen zijn als het ware ondergesneeuwd: verborgen onder een berg vervuilde taal.

 

De grens wordt verlegd

Deze verruwing is al even aan de gang. Door het subtiel integreren en voortdurend herhalen van negatieve terminologie schept men een kader waarin afbraak en vijandigheid gangbaar worden. Het verlegt een grens waardoor men steeds baldadiger uit de hoek komt. Strijdretoriek kent normaal een piek tijdens verkiezingsperiodes: daar was de recente, langdurige kiescampagne geen uitzondering op.

Maar wie hoopte dat de toon ondertussen wat milder geworden zou zijn, is er aan voor de moeite. Het houdt niet op. Niet alleen worden de uitlatingen steeds gemener, ook meer en meer mensen bedienen zich ervan. Het volk lijkt alsmaar gretiger in te pikken op het discours van hun politici. Lezersbrieven en vooral internetcommentaren – geformuleerd in de relatieve onzichtbaarheid van het eigen kleine kamertje en het grote gelijk – liegen er niet om.

Geen ruimte voor een kritische stem

Samen met en mede door dat vervuilde taalgebruik heeft zich een kader geïnstalleerd waar we haast niet meer buiten kunnen. Ons beeld van het politieke bestel, van onze samenleving wordt daardoor meer en meer een zwart-witfoto. Want dat is wat een hard discours vooral doet: reduceren. Elke grijze zone, elke nuance verdwijnt, wat overblijft zijn enkel goeden en slechten, wij tegen zij. Wat rest is strategie, geen overtuiging. Het herleidt complexe materie tot simplistische, dwingende keuzes die onder het mom van krachtig en transparant taalgebruik aan het volk gepresenteerd worden.

Op die manier ontstaat een context waarin je het gevoel krijgt dat je ongestraft neerbuigend, denigrerend en zelfs af en toe discriminerend kan zijn tegen iedereen met een andere kijk. Dat gaat ook op voor de huidige politieke sfeer waarin elke kritiek op de visie van wat we makkelijkheidshalve ‘rechts’ zullen noemen, het onmiddellijk moet ontgelden. Elk afwijkend geluid wordt weggehoond en iedere alternatieve stem wordt vakkundig aan een

geconstrueerd vijandsbeeld gekoppeld. Is er kritiek, dan is die per definitie ‘links’ en dus fout. Wat het ook is, van waar het ook komt, als het niet in het eigen kraam past, wordt er steeds een zelfde logica op toegepast: elk kritisch geluid wordt aan de PS gelinkt en staat dus in de weg van waar men aan Vlaamse kant naartoe wil. Sommigen menen dat die bestemming met geld te maken heeft, anderen hopen vooral hun afspraak met de geschiedenis niet te missen.

“Zeggen waar het op staat”

Hoe dan ook, gesteund door de recente verkiezingsuitslag lijkt in brede kring het gevoel te leven dat men eindelijk mag “zeggen waar het op staat” en dat men nu de macht en legitimiteit heeft om alles en iedereen schaamteloos te schofferen. Zij die er anders over denken, krijgen er van langs op een manier die weinig openheid, empathie en wil tot samenwerking doet vermoeden. Denk maar aan de recente reactie van heel wat ondernemers die ermee dreigen om zelf de economie te ruïneren omdat ze geen regering willen met de PS. Een groep die er van uitgaat dat ze over een veto beschikt in deze maatschappij, dat ze alles kan en mag beweren, afbreken, bevriezen, doen mislukken. Ja, zelfs opblazen.

Een pleidooi voor gematigde taal

Dat kader waarbinnen elke afwijkende stem of mening meteen in de hoek wordt gedrumd en iedere opwerping op een paternalistische manier wordt behandeld, helpt ons niet vooruit. Elke aanzet tot een inhoudelijke en ideologische discussie wordt op die manier in de kiem gesmoord.

“Blijven we verder de weg van verruwing opgaan, weg van de essentie of laten we de degens zakken, opnieuw op zoek naar de kern?”

Belangrijke thema’s waarbij iedereen baat heeft zoals ruimtelijke ordening, armoedebestrijding, onderwijs, mobiliteit, werk en kinderopvang verdienen beter. Het zijn stuk voor stuk thema’s die moeten aangepakt worden, die het onderwerp van debat zouden moeten zijn, maar die het wegens hun complexiteit moeten afleggen tegen het simplistische, polariserende, ruwe en dreigende taalgebruik dat een deel van het politieke bestel vandaag geïnstalleerd heeft.

Ik wil dan ook ijveren voor een gematigder taalgebruik waarbij men niet brult en schreeuwt. Waarbij men een zekere taalhygiëne respecteert en niet blind is voor bepaalde grenzen en gezonde remmingen. Waarbij iedere stem mag spreken en de nuance een plaats krijgt. Want we moeten vooruit. Allemaal. Daarom: blijven we verder de weg van verruwing opgaan, weg van de essentie of laten we de degens zakken, opnieuw op zoek naar de kern?

  • Facebook Social Icon
  • Twitter Social Icon
  • Facebook Social Icon
  • Twitter Social Icon
bottom of page