Deze opinie verscheen op De Morgen
Hebt u al gehoord van het ‘plascontract’? Nee, niet het nieuwe woord van het jaar. Plascontracten zetten gisteren Nederland in rep en roer. Het personeel van verpleeghuis Grootenhoek in Hellevoetsluis bleek immers instructies te krijgen om, contractueel vastgelegd, patiënten maximaal drie keer per dag naar het toilet te laten gaan. Om 11, 14 en 18 uur, om precies te zijn. Een zorgwekkend bericht? Zeker. Maar helaas geen grote verrassing voor wie de zorgsector een beetje volgt. Ook in Vlaanderen hanteren heel wat rust- en verzorgingstehuizen een soortgelijk ‘plasbeleid’. Een rechtstreeks gevolg van een overdreven drang om zorg te standaardiseren om er zo op te kunnen besparen.
Nederland geldt vaak als een gidsland voor België. Maar vreemd genoeg wordt, wanneer bij onze noorderburen vraagtekens rijzen bij bepaalde beleidskeuzes, in ons land de gretigheid om datzelfde beleid in te voeren net héviger. De privatisering van de zorg is een van de vele voorbeelden. En zo moet ook in ons land, van kinderopvang tot ouderenzorg, een menselijke aanpak steeds meer wijken voor managementtechnieken en de taal van winst. Want zorg op maat kost tijd. En wat tijd kost, is niet efficiënt. Wat tijd kost, rendeert niet.
Maar zorg kan je nu eenmaal niet kant-en-klaar produceren aan een lopende band. De zeer individuele noden van vaak kwetsbare mensen in strikte tijdsschema’s willen gieten, leidt onvermijdelijk tot excessen. Tot ‘plascontracten’. Tot een ontmenselijkte, onmenselijke zorg.
Toch volgt Vlaanderen ook hier koppig het Nederlandse voorbeeld. Van plastraining tot omgang met incontinentiemateriaal. Steeds zijn de kosten, organisatie en de personeelsinzet het hoogste goed, niet de nood of het comfort van de zorgbehoevende. Wist u dat in sommige zorghuizen bij het verschonen het incontinentiemateriaal letterlijk op de weegschaal wordt gelegd alvorens het te vervangen? Door hergebruik kan immers heel wat worden bespaard. Maar incontinentiemateriaal gaat na een tijdje jeuken, irriteren of kleverig aanvoelen, niet enkel door de opgenomen urine. Het letterlijk afwegen wanneer verschoning mag, bemoeilijkt de relatie tussen zorgbehoevende en zorgverlener, en ontmenselijkt beide.
Zorgassistentie aan huis
Laat mij u even meenemen in het zorgelijke verhaal van een vriendin met een beperking. Dorien leidt een zelfstandig leven vanuit haar rolstoel. Toch is ze zorgafhankelijk. Hiervoor is ze aangewezen op zorgassistentie, die maar gericht kan zijn op één bepaalde locatie. Maar Doriens zorgbehoefte is uiteraard niet beperkt tot enkel de thuissituatie, ze heeft immers ook een job en sociaal leven. En dat maakt de organisatie van haar zorg complexer, waardoor ook zij zich genoodzaakt ziet te onderhandelen over basisbehoeften, wat in de praktijk uitmondt in zo’n ‘plascontract’.
Hebt u al eens bij een openbaar toilet gezucht dat 50 cent toch veel geld is voor een basisbehoefte? Als Dorien op het werk naar het toilet wil, dan moet zij daarvoor 5 euro extra betalen bovenop haar gebruikelijke zorgkosten. Staat u ook al eens te knijpen in de wachtrij? Dorien moet drie dagen op voorhand aangeven op welk uur zij naar het toilet zal moeten. Haar behoefte wordt zo een gunst waar ze bovendien maar eenmaal per dag gebruik van mag maken. Een werkdag duurt acht uur.
Moet Dorien zich maar gewoon beter organiseren? Mag ze al tevreden zijn met de zorgmogelijkheden die onze samenleving haar biedt? Zou u dat zijn? Het is begrijpelijk dat assistentie niet altijd en overal aanwezig kan zijn. Maar zorg met iets meer flexibiliteit, met aandacht voor individuele behoeften, die een mens de kans geeft om ook met een beperking te leven zoals men wil: is dat te veel gevraagd? Geen steen naar al het verplegend personeel dat zich rond Dorien begeeft. Zij doen hun werk met hart en ziel, maar handelen met de chronometer in de hand en op automatische piloot omdat het regelgevend kader hen daartoe dwingt.
Tenzij we de zorg dringend herdenken, zullen steeds meer verhalen zoals de plascontracten ons bereiken. En niet enkel via het nieuws. Want elk van ons kan ooit zorg nodig hebben. Laten we het roer omgooien voor de situatie escaleert.
Laten we, zeker in de zorg, het prestatiedenken aan de deur zetten. Zorg is niet in minuten en seconden te gieten, niet in tijdsschema’s en bandwerk in te blikken, niet met targets af te vinken. Laat ons efficiëntie inruilen voor effectiviteit. Laat ons overdreven besparingswoede vervangen door een duidelijke keuze: het recht op waardig leven.
Zorgen voor mensen gebeurt door mensen. Niet met targets, tijdsschema’s en rendement, maar met menswaardigheid, betrokkenheid en respect. Dát zijn de kernwaarden van goede zorg. Dát is de weg die we, in solidariteit met elkaar, moeten kiezen.