Wereldlichtjesdag: Rouw is een recht, geen wet
Deze opinie verscheen ook op Knack.be
‘Verdriet hangt niet samen met de duur van de zwangerschap maar met de intensiteit van je verlangen naar een kind’, schrijven Manu Keirse en Bieke Verlinden naar aanleiding van Wereldlichtjesdag, waarop wereldwijd kaarsen aangestoken worden ter herinnering aan levenloos geboren en overleden kinderen.
Geen maand is zo verbonden met familie, liefde en warmte als december. In de schoot van december ligt ook een heel eigen, klein Allerzielen, in België nog vrij onbekend: Wereldlichtjesdag. Op die dag, om 19 uur, worden wereldwijd kaarsen aangestoken ter herinnering aan levenloos geboren en overleden kinderen. Door de verschillende tijdzones ontrolt zich zo een lint van licht over de wereldbol. Het is een universeel ritueel dat invulling biedt aan een heel persoonlijk verlies: dat van een kind.
Onlangs werd er opnieuw voor gepleit om ouders die dat wensen toe te staan hun kinderen, die levenloos geboren worden na een zwangerschap van minder dan 6 maanden, met naam en voornaam in het geboorteregister te laten opnemen. Artsen willen die erkenning doorgaans pas mogelijk maken vanaf 140 dagen – de absolute ondergrens van levensvatbaarheid van een foetus. Begrijpelijk en vast wetenschappelijk juist.
Maar door een onbenoembaar verloren verlangen wetenschappelijk te benaderen, wordt zo ook een maatschappelijke grens getrokken voor begrip en toegestaan verdriet. Terwijl voor iedereen de intensiteit van dat verlangen verschillend is en verschillend groeit. Verdriet hangt niet samen met de duur van de zwangerschap maar met de intensiteit van je verlangen naar een kind. Er valt onmogelijk een grens te trekken voor ouders die een stuk toekomst verloren.
Van zodra ze beseffen dat ze in verwachting zijn, beginnen ouders te verlangen naar hun kind. Het krijgt al vorm in hun hoofd en hart; ze maken plannen, ze testen namen. Ook artsen beseffen steeds beter dat het voor ouders een diepmenselijk, emotioneel probleem kan zijn wanneer een prille of ontluikende zwangerschap afbreekt. Toch blijft een wettelijke grens bepalend.
Als je kind sterft voor of bij de geboorte, zijn er vaak weinig plaatsen waar je met dat verdriet terecht kan. Je mist immers iets wat nog niet bestond, de bredere gemeenschap heeft geen enkele herinnering aan je kind, hoogstens een herinneringsbeeld van je zwangerschap. Als ouders ervaar je nog steeds de pijnlijke stilte in je omgeving in de weken nadien. Veel mensen durven niet op bezoek te komen of je aan te spreken.
Vroeger werd een doodgeboren kind niet eens getoond aan de ouders. Best om alles gewoon gauw te vergeten. Maar een zwangerschap, de verwachtingen en dromen die je al had, zet je niet zomaar met een vingerknip opzij. Onderzoek toonde aan dat ouders het erg belangrijk vinden hun doodgeboren kind te zien, te kunnen vasthouden, een herinnering op te bouwen. In 1999 stemde België eindelijk een wet waarmee je met terugwerkende kracht je kind dat stierf tijdens de zwangerschap of geboorte een naam kon geven. De naam die je misschien al gekozen had, lang geleden. Wat ontlopen we toch vaak verdriet in onze menselijke contacten.
Wat zwijgen we rouw en verlies liefst zo gauw mogelijk dood, tot in onze wetten. Geen naam, geen begraafplaats, geen afscheid. Vroeger, en vandaag misschien nog onderhuids bij veel mensen, leefde de overtuiging dat het niet goed is contact met het overleden kind te stimuleren opdat je je niet te veel zou hechten. Vandaag weten we dat hechten belangrijk is, want als je je niet hecht kan je ook geen afscheid nemen.
Onbegrip en taboe
Een kind verliezen tijdens de zwangerschap, of je kinderwens nooit in vervulling zien gaan, kan hartverscheurend zijn voor ouders. Vaak weet de brede omgeving niet hoe ermee om te gaan of ruimte voor te maken. Er hangt over heel wat verlies nog steeds onbegrip of zelfs taboe. Familie, vrienden of kennissen durven – goedbedoelend – het verdriet al eens minimaliseren. Verlies van een prille zwangerschap: ‘Volgende keer beter’ of ‘Gelukkig was je nog niet ver’. Late zwangerschapsonderbreking wegens een ernstige afwijking: ‘Toch beter zo, je kan nog andere kinderen krijgen’, ‘Je koos er toch voor?’. Onvruchtbaarheid: ‘Je kan toch adopteren?’. Enzoverder.
Samen ruimte maken, de sterretjestuin van Leuven
In Leuven kiezen we ervoor om ouders te erkennen in hun rouw. In 2009 richtten we al als eersten in Vlaanderen een sterretjestuin in op onze Stadsbegraafplaats. Onze sterretjestuin is een serene begraafplek voor ongeboren kinderen, waar ouders rust en warmte vinden en waar hun verlies collectief gedragen wordt. De tuin kan deel uitmaken van de verpersoonlijking van een verlies, dat geborgen is door het te delen.
Vanaf dit jaar organiseren we op Wereldlichtjesdag een nocturne in die sterretjestuin. Dat doen we vanuit Stad Leuven, samen met Huis van het Kind Leuven en contactgroepen voor ouders, die ook aanwezig zullen zijn voor wie nood heeft aan een gesprek. Samen steken we kaarsen aan tot een wolk van lichtjes op een lichtinstallatie van kaarsenmobielen. Iedere mobiel is handgemaakt, gelijkend en toch anders. Het is een ontwerp van Sacred Places, uitgevoerd door de eigen technische stadsdiensten. Met de lichtinstallatie willen we collectief verlies symboliseren. Op alle Leuvense begraafplaatsen zal op ieder kindergrafje een kaarsje worden aangestoken. Een teken van erkenning en gedeeld verlies.
Wereldlichtjesdag is een manier om het besef van de realiteit te laten doordringen en kan helpen herinneringsbeelden op te bouwen. Het bevestigt de betekenis van iemands kind. De betrokkenheid van de gemeenschap kan daarbij steun en troost bieden. Een collectief ritueel als Wereldlichtjesdag, dat over culturen en maatschappijen heen doorwerkt, kan ook een algemeen moment van reflectie zijn. Behalve onze heel eigen kinderen, verliezen we ook iedere dag opnieuw kinderen op de vlucht voor oorlog en gruwel, door ziekte, honger of ontbering, door stom ongeluk. Het zijn verliezen die we, als samenleving, collectief kunnen helpen dragen. Bij dezen willen we dan ook een warme oproep lanceren om op Wereldlichtjesdag een kaarsje te branden. Voor je hoogstpersoonlijke verlies, waarin je niét alleen staat. Als steunbetuiging aan het verdriet van mensen in je omgeving. Ter erkenning van kinderen wereldwijd.
Prof. dr. em. Manu Keirse is klinisch psycholoog en gespecialiseerd in rouwverwerking.
Bieke Verlinden (SP.A) is schepen van sociale zaken in Leuven.